“Hallo, hoe gaat het?” Ik durf het niet te vragen
Is je lichaam en je hart gezond?
Zijn je eenzaamheid en zorgen nog te dragen?
Krijg je de zaak financieel wel rond?
Juist in deze koude van mijn isolatie en de winter
Verlang ik naar de verboden warmte van ons samen
Een Nissewaard beleefd door dichte deuren en glazen ramen.
Een paradox om in te leven, een splinter in mijn ziel
Als de muren me verslinden probeer ik rust te vinden
In de polder, langs de Maas of de Bernisse
Maar de natuur slaapt ook en kan niet geven
Wat ik zo graag met jou wil beleven
Maar ik wil mijn hoofd niet laten hangen
Ik strek mijn rug en zet de voeten vast
Achter mijn mondkapje open ik mijn mond
En laat ik mijn verlangen
Veranderen in hoop
Een leven tot de max
Nog even, straks
Het mag.
Een drankje in persona bij de Merz met vrienden
Bij mijn vereniging de eerste, tweede en derde helft
Kinderen die kris kras door de mensen rennen
Het verdriet en de eenzaamheid bedekt
Met de glimlach van de ander
Zij aan zij, hand in hand, zonder schaamte of afstand
Niet meer vervreemd van elkaar,
Voldoening voor het lange wachten
Beiden voelen we het contrast
Van het nu en straks
Dankbaar dat we leven
Aan vreugde een surplus
Onze stad of dorp bevrijd
Klaar met de strijd
Klaar om te beleven
Ons straks is nu